Lekker brosse roomboterkoekjes, om het eens eenvoudig te houden. Ditmaal geen ingewikkeld recept. Ditmaal geen creatieve hoogstandjes voor volleerde chefs en patissiers. Maar een eenvoudig lekker recept op basis van Zeeuwse bloem. En ze mogen er best zijn.
Wat heb je nodig ?
250 gram Zeeuwse bloem
200 gram boter
100 gram basterdsuiker
2 gram zout
20 gram ei
2 gram bakpoeder
10 gram citroenrasp
Hoe ga je te werk ?
- Gebruik voor dit overheerlijke deeg soepele boter (20 à 22°C), harde boter levert immers klonten op.
- Meng er met de deeghaak de fijne suiker door.
(draai het mengsel niet te lang, want dan wordt de boter te slap en
te luchtig, en te luchtig deeg bakt te bros). - Als je gebruik maakt van een mixer krab dan het mengkom tussendoor goed bij en zorg ervoor dat de massa ook los komt van de bodem.
- Vervolgens de overige ingrediënten toevoegen. (ei, zout, citroenrasp)
- Voeg tenslotte de bloem toe, die gemengd is met de bakpoeder.
- Doorwerken tot een mooie egale massa.
(Draai het deeg niet te lang, het zou maar slap worden.
In een goed deeg zie je geen boterstrepen meer, of harde
suikerklonten). - Koelen en rusten liefst 24 uur voor de verwerking.
- Kneed het deeg weer even soepel, verdeel het in twee gelijke delen en rol het deeg uit.
- Maak deegpillen van 30 cm lengte met een gelijke dikte.
- Rol de deegpillen door de kristalsuiker. Variatie: rol ze door kaneelsuiker !
- Snijd nu met een scherp mes gelijke plakjes.
- Leg de plakjes op een bakplaat die bekleed is met bakpapier.
- Bak de koekjes op 175 – 180°C, circa 10 -15 minuten. Afhankelijk van de dikte van de deegplakjes. Wanneer ze goudbruin zijn kunnen ze uit de oven.
Gezellig tot de laatste kruimel !